Conjunctivitis is de medische term voor ontstoken slijmvlies van de ogen. Het is de meest voorkomende oorzaak van een rood oog.
Het oogwit wordt bedekt door slijmvlies (conjunctiva) en dit bevat heel dunne bloedvaatjes. Bij irritatie zetten deze vaatjes op, waardoor het oog rood wordt.

Een chalazion (ook wel ‘hagel” en soms gerstekorrel genoemd) is een pijnloze zwelling of bultje van een talgklier in het ooglid. Chalazion is afgeleid van het Griekste χάλαζα (hagel). Het is een verstopt geraakt kliertje aan de binnenzijde van het ooglid. Een chalazion ontstaat geleidelijk en kan lang blijven bestaan. In het boven- en onderooglid zitten vele talgliertjes (kliertjes van Meibom) die belangrijk zijn voor de stabiliteit van de traanfilm. Door het verstopt raken (obstructie) van de afvoergang van deze kliertjes kan de talg niet meer naar buiten komen en hoopt de talg zich op in het kliertje en het omringende weefsel. Er ontstaat dan een zwelling en een chronische ontsteking van de talgklier. Dit kan leiden tot een locale pijn en roodheid.

Blepharitis of ooglidrandontsteking is een vaak langdurige (chronische) ontsteking van de ooglidrand waarbij de haarzakjes en de talgkliertjes (Meibomse klieren) in het ooglid ontstoken zijn. Het is een veel voorkomende oorzaak van oogirritatie en komt op alle leeftijden en bij alle rassen voor. De oogleden produceren een vetachtige substantie en spelen een evidente rol bij een optimale samenstelling van de traanfilm. Een blepharitis geeft dan ook vaak klachten van “droge ogen”.

Een hordeolum, in de volksmond een ‘strontje’ genoemd, is een acuut abces van een klier in het ooglid door een bacterie-infectie, meestal een stafylococ. Deze kliertjes heten ‘de klieren van Moll of Zeis”.
Meestal is een ontsteking van de ooglidrand (blepharitis) de oorzaak. Het ooglid wordt rood, dik en vaak heftig pijnlijk. Soms hoopt zich pus op in de zwelling; er is een puskop zichtbaar. Wanneer de zwelling vanzelf opengaat zodat de pus eruit kan, verdwijnt de pijn en geneest de afwijking in een aantal weken.Bij een hordeolum zit de pijnlijke zwelling in de rand van het ooglid. Dit in tegenstelling tot een chalazion, een talgklierzwelling, waarbij de zwelling net boven of onder de rand van het ooglid zit. Een chalazion is vaak een pijnloze zwelling terwijl een hordeolum een pijnlijke zwelling is.

Een Corpus Alienum in het oog wordt gerekend tot het oppervlakkige, niet-perforerende oogletsel. Een corpus alienum leidt tot een oppervlakkige verwonding van de cornea. Het kan worden vergeleken met een schaafwond aan de huid, waarbij de wond meestal geneest zonder restverschijnselen. De cornea is een sterk en taai weefsel dat niet snel doorboord zal raken. Oppervlakkige corneabeschadiging kan worden veroorzaakt door problemen met contactlenzen, verwondingen met bijvoorbeeld papier, een tak die het oog heeft geraakt, of naar binnen gegroeide oogharen (trichiasis). Een corpus alienum, vreemd voorwerp, kan de cornea beschadigen en alweer uit het oog verdwenen zijn. De meest voorkomende corpora aliena zijn zandkorrels, metaaldeeltjes (die tijdens werkzaamheden zoals hameren, slijpen of boren in het oog zijn terechtgekomen), houtdeeltjes, glassplinters en haren. Als het corpus alienum niet op de cornea vastzit, maar vastzit onder het bovenooglid, kan het krassen op de cornea en schade aanrichten. Als het corpus alienum niet op de cornea vastzit, maar vastzit onder het bovenooglid, kan het krassen op de cornea en schade aanrichten.

Achter de pupil in uw oog zit een lens. Normaal is deze lens helder. Bij staar is de lens niet meer helder. Dit wordt ook wel troebel genoemd. U ziet wazig en u kunt kleuren minder helder zien.

Staar kan komen door; ouder worden (de lens in uw oog wordt langzaam minder helder), ook door sommige ziektes, bijvoorbeeld diabetes (suikerziekte), sommige medicijnen, bijvoorbeeld prednison, een ongeluk aan uw oog, een ontsteking in uw oog, bestraling van uw hoofd of hals. Staar kan ook aangeboren zijn. Dit betekent dat u staar heeft gekregen voordat u werd geboren. Bijvoorbeeld doordat uw moeder tijdens de zwangerschap een ziekte kreeg, zoals rode hond. Staar op jonge leeftijd komt soms in de familie voor en is dan erfelijk

Cataract kan met een operatie verholpen worden. De troebele ooglens wordt vervangen door een heldere kunstlens.

Oogartsen noemen maculadegeneratie ook wel LMD (leeftijdsgebonden maculadegeneratie). 

Maculadegeneratie is een aandoening van het centrale gedeelte van het netvlies, de gele vlek. U gaat steeds minder goed zien. Het begint meestal na het 50ste levensjaar. Als uw vader, moeder, broer of zus maculadegeneratie heeft, heeft u een grotere kans het ook te krijgen. U kunt de kans verkleinen door gezond te eten en niet te roken.

Bij droge of natte ogen zit er te weinig traanvocht in de ogen. Of het traanvocht werkt minder goed. 1 op de 10 mensen heeft droge ogen, vooral ouderen en vrouwen. Bij droge/natte ogen kunt u 1 of meer van deze dingen merken: een branderig, moe, stekend of drukkend gevoel; jeuk in uw ogen; het gevoel alsof er zand in uw ogen zit; slijmdraden in uw ogen; uw oogleden zitten vastgeplakt en er zitten korstjes op, vooral ’s ochtends; wazig zien; rode ogen; veel tranen. 

Te weinig traanvocht is niet goed voor je oog. De buitenste vliezen van het oog kunnen beschadigd worden als er te weinig vocht in het oog is. Ook heeft u met droge/natte ogen een grotere kans op oogontstekingen. Traanvocht is belangrijk. Het beschermt de ogen tegen uitdroging en beschadiging. De traanklieren maken het traanvocht.
Ook talg is belangrijk. Dat maken de talgkliertjes in de randen van de oogleden. Door talg is het traanvocht vet en blijft het beter op de ogen liggen. Daardoor blijven de ogen goed vochtig en drogen ze niet uit. Door te knipperen verdelen de oogleden het traanvocht over het oog.

Kunsttranen kunnen helpen bij droge en natte ogen. Er zijn veel verschillende soorten kunsttranen. U kunt kiezen uit druppels of een gel. Kijk op de verpakking hoe vaak u ze op een dag mag gebruiken. Kunsttranen kunt u blijven gebruiken zolang u dat prettig vindt. Kijk wel op de verpakking hoe lang ze goed blijven.

Er kan iets in kunsttranen zitten waarvoor u gevoelig bent. Als u meer klachten krijgt door de kunsttranen, ga dan naar uw oogarts. Die kan dan een recept voor andere kunsttranen geven.

Helpen kunsttranen niet genoeg? Dan kunt u van de oogarts een oogzalf krijgen. Die kunt u in uw ogen doen, voordat u gaat slapen.

Bij glaucoom wordt de oogzenuw beschadigd. Hierdoor ontstaat geleidelijk verlies van uw gezichtsveld. Meestal is de oogboldruk bij glaucoom te hoog, maar de oogboldruk kan ook normaal zijn. U heeft dan ‘normale druk glaucoom’. De behandeling bestaat uit het verlagen van de oogdruk. Ook bij normale druk glaucoom is dat vaak nodig. 

Glaucoom komt veel voor: ongeveer 2 van de 100 mensen boven de 45 jaar hebben glaucoom.

Een zeldzame vorm van glaucoom is acuut glaucoom. De oogdruk is opeens heel hoog. Dit geeft heftige klachten, zoals hoofdpijn, misselijkheid en braken, een rood en pijnlijk oog en wazig zien.

Om te onderzoeken of u glaucoom heeft, krijgt u een aantal onderzoeken:

Een oogdrukmeting. Bij glaucoom kan de druk in het oog hoger zijn, maar dit is niet altijd zo.

Een onderzoek van de oogzenuw. De oogarts kan de oogzenuw bekijken en eventueel een OCT-scan (optical coherence tomography scan) maken. De OCT maakt gebruik van zwak, infrarood licht en daarmee ontstaat een heel gedetailleerd beeld van uw oogzenuw.

Een gezichtsveldonderzoek. Het gezichtsveld zegt iets over hoe goed u uw omgeving ziet, dus niet alleen de dingen die recht voor u zijn.
Het onderzoek gaat zo: Er komen lichtjes op een speciaal rond scherm. Als u een lichtje ziet, drukt u op een knop. U moet u voor dit onderzoek goed concentreren.

U krijgt oogdruppels die de oogdruk verlagen. Ook als die druk bij u normaal is. Controleer of u de goede oogdruppels heeft meegekregen. Zijn het andere druppels dan de oogarts heeft voorgeschreven? Neem dan contact met op de oogarts.

Krijgt u geen goede oogdruk door de druppels? Dan kan een laserbehandeling of een operatie nodig zijn. Deze verlagen de oogdruk ook.

Werkt de behandeling goed? Dan blijft u goed zien en merkt u niks/weinig van glaucoom.

U blijft de rest van uw leven onder controle bij de oogarts. Meestal zijn er 1 of 2 controles per jaar. Dat hangt af van de ernst van het glaucoom en hoe goed de behandeling werkt.

Bij deze controles wordt het gezichtsveldonderzoek en de OCT-scan meestal regelmatig herhaald om te zien of het glaucoom erger is geworden.
Naar aanleiding daarvan bespreekt de oogarts met u of de druppels aangepast moeten worden of niet, en of eventueel een operatie of laserbehandeling nodig zou kunnen zijn.

De meeste patiënten zullen gedurende hun leven weinig last krijgen van glaucoom als zij op tijd worden behandeld.

Nastaar kan met behulp van een eenvoudige laserbehandeling op de polikliniek worden verwijderd. Met de laser maakt uw oogarts een kleine opening in uw achterste lenskapsel. Omdat er geen gevoelszenuwen lopen in dit gebied in het oog, doet een nastaarbehandeling geen pijn.

Uw ogen zelf hoeven niet altijd behandeld te worden. Dat is alleen nodig bij ernstige klachten of als de oogarts ziet dat het steeds erger wordt. Behandeling kan met:

Een laserbehandeling. Bijvoorbeeld als het netvlies te weinig zuurstof krijgt door de beschadigde bloedvaatjes.

Injecties (prikken) met medicijnen. Geschikt als er vocht onder het netvlies zit of als er schade is op een plek die niet met de laser kan worden behandeld

Een operatie. Meestal nodig als er vocht of bloed gelekt is in het oog. De gelei die in het oog zit (glasvocht) is dan troebel geworden. U ziet dan niet meer goed. De operatie heet vitrectomie.

Met een behandeling kan meestal voorkomen worden dat u slechtziend of zelfs blind wordt. Toch komt het voor dat een behandeling niet het beoogde succes brengt. De arts bespreekt dat dan met u. U kunt overleggen over de mogelijkheden die er voor u zijn en wat de verwachtingen zijn.

Het medicijn (anti-VEGF) blijft weken tot maanden in het oog. Meestal zijn meer prikken nodig. Tussen de prikken zit meestal 1 maand of meer.
Mogelijk krijgt u ook nog een laserbehandeling.

Na een laserbehandeling gaat u niet beter zien. De behandeling moet voorkomen dat u slechter gaat zien. Het kan zijn dat u iets slechter ziet in het schemerdonker na de behandeling. Dit is een bijwerking van de laser en is niet te voorkomen.

Na een glasvochtoperatie gaat u na een paar weken tot maanden steeds beter zien. Hoe goed u gaat zien is moeilijk te voorspellen. Soms zijn meer operaties nodig. Na een operatie ontstaat sneller staar. Staar is goed te behandelen.

Een CBR keuring bij Oogkliniek Zuid-Nederland wordt altijd digitaal verricht. Een optometrist doet de nauwkeurige voormetingen, doet een volledig oogheelkundig onderzoek inclusief aanvullend onderzoek. Deze gegevens worden digitaal doorgegeven via ZorgDomein aan de keurend oogarts. De keurend oogarts verricht de keuring digitaal en verzend de gegevens digitaal aan het CBR. Op deze manier kunt u snel terecht en kost een CBR-keuring u weinig (reis)tijd. In het geval dat het CBR vraag om een aanvullend gezichtsveldonderzoek, dan wordt dit onderzoek verricht in onze vestiging in Oisterwijk.